Voegenbanden

  • Voegenbanden gebruik je voor het afdichten van stortnaden of dilatatievoegen in betonconstructies tegen (grond)water.
  • Toegepast bij o.a. fundatievloeren, kelders, tunnels, parkeergarages en bruggen.
  • Ruime keuze uit binnenliggende of buitenliggende voegenbanden en klemvoegenbanden.

Voegenbanden

Voegenbanden keuzebepaling

Om tot een juiste keuze voegenband te komen dien je rekening te houden met de volgende factoren:
■ type voegconstructie: dilatatievoeg, arbeidsvoeg, voegwerking
■ waterdruk door: oppervlaktewater, grondwater
■ invloed krimp, temperatuursverandering, dynamische belasting
■ contact met chemicaliën, zuren, logen, oliën, bitumen
■ positie van de voegenband in de constructie: binnenliggend of buitenliggend (zie afbeeldingen hieronder).

We onderscheiden twee typen voegen:

■ de krimpvoeg of arbeidsvoeg (stortnaden)
■ de dilatatievoeg of bewegingsvoeg

Daarnaast zijn er twee uitvoeringsvormen:

■ binnenliggende voegenband (zie afb. 1). Deze voegenband bevindt zich gewoonlijk midden in de vloer of wand. Zorgt voor een goede afdichting, doordat de voegenband aan twee zijden met beton omsloten wordt. De binnenliggende voegenbanden kunnen ongeacht de afmeting worden gebruikt voor een waterdruk tot 6 meter.
■ buitenliggende voegenband (zie afb. 2). Deze voegenband wordt aan de buitenzijde van de betonconstructie aangebracht aan de natte zijde. Deze wordt vaak gebruikt op plaatsen waar men problemen heeft met het onderbreken van de wapening of waar een verloren bekisting gebruikt wordt. Deze voegenband kan op eenvoudige wijze worden aangebracht door deze voor het storten op de bekisting aan te brengen.

Waar binnenliggende voegenbanden in principe bij elk bouwwerk toepasbaar zijn, worden buitenliggende voegenbanden voornamelijk toegepast op fundatievloeren, verticale bouwdelen en op plaatsen waar geen waterdruk van binnenuit voorkomt en beschadigingen zijn uitgesloten.

Afmetingen bepalen

Bij zowel binnen- als buitenliggende voegenbanden geldt als vuistregel dat:
bouwdeeldikte = voegenbandbreedte

In de praktijk wordt bij de binnenliggende voegenband de eerstvolgende kleinere standaardafmeting gekozen.

Om bij een buitenliggende voegenband dezelfde waterdichtheid te garanderen als bij een binnenliggende, dient deze aan de volgende voorwaarden te voldoen:
de breedte van de buitenliggende voegenband is minimaal gelijk aan de dikte van het bouwdeel en de voegenband heeft vier sperankers met een minimale hoogte van 20 mm.

Voorbeeld voor een dilatatievoeg in een vloerdikte van 240 mm.
Er is gekozen voor:
a) buitenliggend voegenband
b) materiaal is PVC

Bij deze keuzes zijn de onderstaande voegenbanden toepasbaar:
■ Voegenband PVC DF 240mm met 4 stuks ankers, hoogte 20 mm.
■ Voegenband PVC DF 320mm met 6 stuks ankers, hoogte 20 mm.

Vraag onze technisch adviseurs naar een passend advies voor jouw bouwwerk.

Advies aanvragen

Kom je er niet helemaal uit? Neem dan contact met ons op.

0341 27 88 10

Wij werken met vaste medewerkers van de verkoop binnen- en buitendienst per regio om je sneller van dienst te zijn. Wil je direct in contact komen met je contactpersoon? Vul hieronder je postcode in: